Mijn schoonvader, die samenwoont met de vrouw van mijn zoon, Azusa, is aardig, mooi en hardwerkend, en is hem altijd veel dank verschuldigd. Haar schoonvader keek altijd naar haar slanke, wellustige, slanke lichaam, dat zich in de bloei van het vrouwzijn bevond. In ieder geval lijkt het erop dat mijn zoon zijn toegewijde en kuise vrouw in zijn nachtleven helemaal niet kan bevredigen.